Delen



De Indianen stammen kwamen in 1535 voor het eerst in aanraking met een Europeaan. Het was de Franse goudzoeker Jacques Cartier, die geen goud maar Indianen tegen het lijf liep. Het contact ging niet goed.
Cartier was overigens niet de laatste Europeaan die de Irokezen tegenkwam. Na de Fransen en de Britten waren het ook de Nederlanders die in contact kwamen met de Haudenosaunee. Met Nederlanders werd vooral in bont gehandeld. Noord Amerika was inmiddels bezaaid met koloniale deelstaten en handelsposten. Het Franse Quebec, het Britse Nieuw Engeland en het Nederlandse (en later het Engelse) New York en Penssylvania waren gebieden waar handel werd gedreven met de Irokezen.
Cartier was overigens niet de laatste Europeaan die de Irokezen tegenkwam. Na de Fransen en de Britten waren het ook de Nederlanders die in contact kwamen met de Haudenosaunee. Met Nederlanders werd vooral in bont gehandeld. Noord Amerika was inmiddels bezaaid met koloniale deelstaten en handelsposten. Het Franse Quebec, het Britse Nieuw Engeland en het Nederlandse (en later het Engelse) New York en Penssylvania waren gebieden waar handel werd gedreven met de Irokezen.
Als wij kijken naar de familieopstelling van de Haudenosaunee zien wij dat deze verschilt van die van de Westerse handelspartners. De Irokezen kenden een verwantschapssysteem dat was afgeleid van zogenaamde matrilineaire clans (“Owachira”). In een matrilineaire familie staat de vrouw (moeder) aan het hoofd van het gezin. Elke clan werd in twee delen gedeeld. Zo’n clanonderdeel vormde een belangrijk onderdeel van het politieke en religieuze leven.
De clans woonden per onderdeel in een zogenaamde longhouse. Als een man met een vrouw trouwde trok de man bij het clanonderdeel van de vrouw in. Een longhouse werd dan ook bewoond door een “clan mother”(een oudere vrouw), haar dochters en dus hun mannen en kinderen. Ongetrouwde mannen woonden hier ook bij in, evenals de man van een “clan mother”. Het is dan ook begrijpelijk dat een longhouse regelmatig uitgebreid moest worden; dit werd dus steeds langer.
De clans woonden per onderdeel in een zogenaamde longhouse. Als een man met een vrouw trouwde trok de man bij het clanonderdeel van de vrouw in. Een longhouse werd dan ook bewoond door een “clan mother”(een oudere vrouw), haar dochters en dus hun mannen en kinderen. Ongetrouwde mannen woonden hier ook bij in, evenals de man van een “clan mother”. Het is dan ook begrijpelijk dat een longhouse regelmatig uitgebreid moest worden; dit werd dus steeds langer.
Enkele culturele aspecten van de Irokezen vertonen overeenkomsten met die van de Amerikanen. Zo zou het politieke kiesstelsel van de Amerikanen gelijk zijn aan die van de Irokezen. Nationale Amerikaanse symbolen zouden geinspireerd zijn door de Irokeeze en zelfs Thanksgiving zou toegeschreven worden aan de indianen confederatie.
Volgens de volkstelling van 2000 waren er in Amerika 80.822 personen van Irokeze afkomst.
Annette van de Ven
augustus 17, 2011
Hallo Denie,
Interessant artikel over de Noord-Amerikaanse Indianen. Wie weet zit ergens in de lijn van afstamming nog wel Nederlands bloed. Eigenlijk zijn de Indianen onze westerse cultuur ver vooruit, gezien het feit dat de vrouw aan het hoofd van het gezin stond. Zou dat bij de huidige generatie nog zo zijn?