Uitgestorven Beroepen uit het recente verleden

Uitgestorven Beroepen uit het recente verleden

Bij het raadplegen van genealogische documenten, kom je soms beroepen tegen die door automatisering en technologische ontwikkelingen zijn uitgestorven. En dat is niet eens zo heel lang geleden gebeurd..

Het Nationaal Archief beheert de fotocollectie van Spaarnestad Photo. In deze collectie vinden wij op hun Flickrpagina een mooie selectie aan uitgestorven beroepen uit een recent verleden.

Een stronttonnetjesschepper met twee emmers vol uitwerpselen uit een huis in de Jordaan in Amsterdam op weg naar de boldootkar van de gemeentereiniging. Datum: 13 september 1953.

Nationaal Archief/Collectie SPAARNESTAD PHOTO/W.P. van de Hoef, via Nationaal Archief

Nationaal Archief/Collectie SPAARNESTAD PHOTO/W.P. van de Hoef, via Nationaal Archief



Schuittrekkers. Man en vrouw trekken een vrachtschip door een binnenkanaal. Plaats onbekend, 27 mei 1931.
Nationaal Archief/Collectie SPAARNESTAD PHOTO via het Nationaal Archief

Nationaal Archief/Collectie SPAARNESTAD PHOTO via het Nationaal Archief

Lantaarnopsteker op ladder pleegt onderhoud aan een straatlantaarn in de Boschstraat in Maastricht. Op de achtergrond een druk bezochte markt. Datum onbekend.

Nationaal Archief/Collectie SPAARNESTAD PHOTO

Nationaal Archief/Collectie SPAARNESTAD PHOTO

Een letterzetter aan het werk bij het zetten van loden letters voor een drukwerk. Plaats en datum onbekend.

Nationaal Archief/Collectie SPAARNESTAD PHOTO

Nationaal Archief/Collectie SPAARNESTAD PHOTO

Twee telegrambestellers op de fiets komen elkaar tegen op straat en begroeten elkaar vrolijk. Plaats: Coolsingel, Rotterdam, begin jaren 30.

Nationaal Archief/Collectie SPAARNESTAD PHOTO

Nationaal Archief/Collectie SPAARNESTAD PHOTO

Kent u ze nog? Kent u meer recent uitgestorven beroepen, zoals de schillenboer! Laat uw reactie achter

Meer historische foto’s kunt u bekijken op onze Pinterest pinborden.

Opmerkingen

Het e-mailadres wordt privé gehouden en wordt niet weergegeven.

  • W.H.Stijns

    november 5, 2013

    Ik was ondergronds mijnwerker.

    • Denie

      november 5, 2013

      @W.H. Stijns, dat was niet het meest veilige beroep. Was u in Limburg gestationeerd?

  • Rommers

    november 5, 2013

    mijn overgrootvader was melkschipper (van Zunderdorp naar Amsterdam)

    • Denie

      november 6, 2013

      @Rommers, bedankt voor uw bericht. Kunt uitleggen wat een melkschipper deed?

  • Adrianus

    november 6, 2013

    ‘Een stronttonnetjesschepper ……. op weg naar de boldootkar van de gemeentereiniging.’

    Nu is Boldoot de naam van de op 15 mei 1899 opgerichte N.V. Eau de Colognefabriek voorheen J.C. Boldoot in Amsterdam.

    @Denie: Is er enige relatie, behalve de geur…?

    • Denie

      november 6, 2013

      @Adrianus, bedankt voor uw bericht. Ik geloof dat het spottend is bedoeld.

      Ik ben even op zoek gegaan en heb het volgende gevonden op de website van het Nationaal Historisch Museum: “Boldoot en 4711 waren parfummerken, maar waren ook de spotnaam voor de beerwagen of strontkar. Aangekondigd met geratel en gezang haalden deze wagens dagelijks de emmertjes poep op. Voordat de Boldoot bestond, gooiden de Nederlanders hun emmertje poep gewoon in de gracht of in een beerput. Maar omdat de bevolking in de negentiende eeuw sterk groeide werd de stank in steden vooral ’s zomers ondraaglijk. Gemeentes besloten daarom de poep op te halen. Met de komst van riolen en de waterleiding kregen mensen ook normale wc’s en verdween de boldootkar langzaam van de straat. Na de Tweede Wereldoorlog hoorde je bijna nooit meer: ‘Juffer heppie een emmertje poep?'”

  • Rommers

    november 6, 2013

    Ja, een melkschipper deed eigenlijk wat tegenwoordig de grote tankwagens doen. De melk van de boeren uit de buurt werd ’s morgens vroeg aangeleverd (c.q. onderweg opgehaald). Dat ging vaak binnen een buurtschap. Overgrootvader Jan Beers (1856-1934) woonde aan ’t Nopteind in Zunderdorp (thans gemeente Amsterdam)v en was schipper van ’t Nopeinde. Verkeer over de weg was lastig naar Amsterdam (geen bruggen, geen tunnels) en de stadsmensen wilden wel melk. Dus trok hij elke dag (met nog een paar melkboeren) met de zeilende praam door de sloten, de ringvaart van de Broeker- en Buikslotermeermeer naar het IJ. Dat staken ze over en in de buurt van de Schreierstoren ging de boel aan wal. Vervolgens had iedereen een eigen wijk waar hij melk uitventte (dat kwam zo van de koe), was niet bewerkt. Heeft geduurd tot begin twintiger jaren van de 20e eeuw (toen kwamen de auto’s). Hij heeft nog geleefd tot 1934. Was trouwens toch een avonturier want in 1919 tijdens de ELTA heeft hij een rondvlucht over Amsterdam gemaakt (was een weddenschap met de melkboeren).

    • Denie

      november 18, 2013

      @Rommers, bedankt, erg interessant!

  • Kitty Smits – van Es

    november 7, 2013

    De vader van mijn oma was scheepsjager. Ze hebben ook een tijd op een boot gewoond voor de 2e WO
    zou er meer over willen weten.

    • Denie

      november 11, 2013

      @Kitty Smits – van Es, op deze pagina staat meer informatie over de scheepsjager:

  • Hans Simonis

    november 10, 2013

    Bij genealogisch onderzoek kwam ik onlangs het beroep ‘stukkenstopster’ tegen. Op internet kon ik er niets over vinden, maar de redactie van het blad ‘Goirles Belang’ stuurde mij een verklaring.
    “De stukkenstopster werkte in de textielfabriek. Zij controleerde de geweven stukken stof (meestal rollen van een x-aantal meters) op fouten, gaten en/of dikke draden etc.
    Zij stopte de gaten dicht en repareerde de stoffen.”
    Ik denk dat ook dit beroep (vrijwel) uitgestorven is.

    • Denie

      november 11, 2013

      @Hans Simonis, bedankt voor de aanvulling.

  • Kas Moes

    november 12, 2013

    Mijn grootvader was twijner, mijn overgrootvader was stoelenmatter en zijn vader was scharenslijper.

  • Hans Simonis

    november 13, 2013

    Bij het nakijken van één van mijn stambomen (zich vooral afspelend in Brabant) kwam ik nog een paar ongewone en misschien uitgestorven beroepen tegen. Al bestaan sommige beroepen misschien nog wel en hebben ze gewoon een nieuwe en wat chiquere naam gekregen.
    Hier zijn er een paar:
    baardscheerder, borduurwerker, borstelmaker, chirurgijn, dansmeester, emmermaker, fondsbode, greinwever, kleerbleeker, kurkensnijder, tabaksnijdersknecht, vuurstoker en zeepziedersknecht. Maar mijn favoriet is toch wel: darmenwasser !

    • Denie

      november 13, 2013

      @Hans ik ben benieuwd wat een greinwever deed? Darmwasser is mooi gevonden inderdaad

  • Hans Simonis

    november 13, 2013

    Grein is een weefsel waarvan de oorspronkelijke grondstof gedeeltelijk van de zijderups afkomstig was. De greinwerker of greinwever was degene die grein weefde of vervaardigde.
    Ik vond trouwens nog een beroep dat uit de textielindustrie afkomstig is/was: dubbelaarster.
    Een ‘dubbelaarster’ was een vrouw die twee of meer draden samenvoegde omdat voor sommige stoffen één draad onvoldoende was.
    Beide beroepen komen voor in de kwartierstaat van mijn kleindochter. Jacobus van der Lof (1811-1854) was greinwever en zijn echtgenote Maria van der Staat (1805-1897) was dubbelaarster. Beiden werden geboren, trouwden en overleden in Leiden.

    • Denie

      november 13, 2013

      @Hans, bedankt voor de toelichting. Nu zie ik zojuist dat bovenaan de stamboom van mijn kinderen een greinwerker afkomstig uit Gent, staat!

  • G.J.Ovebeek

    december 19, 2013

    In de mail van Hans Simones komt het beroep tabaksnijdersknecht. In mijn stamboom komen veel tabakskervers voor. Is dit hetzelfde beroep als tabaksnijder?

  • Herman Overmars

    december 19, 2013

    Mijn vader was lompen sorteerder, hij sorteerde vodden op soort materiaal en perste dat daarna in balen van 400 kg

  • Eimert Brem

    december 19, 2013

    Ik kwam in mijn stamboom Brem de beroepen speldenmaker en speldensteekster

  • a.v.d.hoeven

    december 19, 2013

    mijn ene opa was lorrenboer en de andere opa deed stoelen opnieuw vlechten

  • Renée ten Napel

    december 19, 2013

    Hallo Denie,
    In 1973 woonde ik in een huis waar we buiten ook nog tonnetjeswc hadden. Die werd 1 keer per week om geruild voor een schone. Ik vond het ook maar niks, vreselijk stinken en ik werd er misselijk van.

    • Denie

      december 19, 2013

      Hallo Renée, bedankt voor de reactie! Ik kom uit Amsterdam en in de stad kwam vroeger de boldootman met de kar de feces ophalen. Groet, Denie

  • Olga spel van pelt

    december 19, 2013

    Mijn voorvaders warenrijtuigpoetsers en hoekmaker

  • Hans te winkel

    december 19, 2013

    Een messenslijper die haalde ook lompen en oudijzer op.

  • francois minnen

    december 19, 2013

    mijn grootvader (1891-1962) was een eutser, dit is de gevelde bomen uit het bos rijden met een 2, 3 of vierspan paarden waardat ze verwerkt of vervoerd konden worden

  • JB

    december 19, 2013

    mijn grootvader was klinker op een scheepswerf,daar moet hij klinknagels in de scheepswanden maken met een klinkhamer,dat was zwaar werk gaf veel lawaai toen nog zonder beschermingsmiddelen.

  • Leo A. van Leeuwen

    december 19, 2013

    Ik was jarenlang overwegwachter, controlebeambte en ladingmeester bij NS. Later was ik stationsbeambte en lokettist ofwel verkoopmedewerker, een beroep dat binnenkort ook uitgestorven is.

  • petra creteer

    december 19, 2013

    Mijn vader was kuiper en ook mijn grootvader.
    Later heeft mijn vader als mijnwerker gewerkt.

  • Denie

    december 19, 2013

    Allen bedankt voor uw reactie en fijn dat wij op deze manier kennis kunnen delen over oude beroepen.

  • Giel Hockers

    december 19, 2013

    een van mijn voorvaderen had het beroep van leerlooier. Zal wellicht wel te maken hebben gehad met de schoenindustrie in Brabant.

  • Ineke van der Swaluw-van Gessel

    december 19, 2013

    Ik ben als lokettiste begonnen bij de PTT in 1976. Later heette dit allround-baliemedewerkster bij Postkantoren bv. Ook dit is verleden tijd. Alle echte postkantoren zijn opgeheven.

  • Albert Ruben

    december 19, 2013

    In 1961 werkte ik in een smederij als het wc tonnetje vol was vroeg de baas aan mij wil je mij even helpen om de beer te slachten en samen gooiden we het tonnetje leeg onder de appel bomen waar een gat was gegraven

  • Jan Linders

    december 19, 2013

    Mijn vader was voor 1940 fabrieksarbeider maar ook POESTER, ja U leest het goed POESTER. Hij deed in een afgekapt denenbos de poest(afgezaagd deel met wortels )van de bomen met een poestbijtel uit de grond halen om ze in het fornuis te kunnen stoken . Het was heel zwaar werk

  • Marian van Voorst

    december 19, 2013

    In 1963 kreeg ik bij de PTT een opleiding als telexiste. Ik kon de lange stroken met gaatjes lezen en wist precies waar ik deze moest stoppen en even verder weer op het apparaat moest leggen als er een fout in de tekst stond. Mijn kleinkinderen weten al niet meer wat een telex is. Bestaan die nog wel?

  • Conchita Blom

    december 20, 2013

    Mijn grootvader en vader waren koperslagers. Mijn vader had een koperslagerij, die nu nog wordt voortgezet, maar waar het originele koperslaan is veranderd naar restauratie van koper en het uitvoeren van opdrachten bijv. naar ontwerpen van architecten of kunstenaars. Er worden soms machines gebruikt, maar het handwerk is er nog steeds. Ik denk dat er nog één of twee in Nederland bestaan.

  • Willem J. van Laar

    december 20, 2013

    @Giel Hockers
    De schoenindustrie in Noord-Brabant was vooral? geconcentreerd rond De Langstraat [in het Westen dus]. Dit gebied was [buitendijks land, uiterwaarden ?] vooral geschikt voor het weiden van slachtvee. Vandaar de leerverwerkende industrie.
    Willem Wulfertsz.

  • Henny geltink

    december 21, 2013

    Een van mijn bedovergrootvaders was Bleeker. Dit was begin 1800 te Arnhem .

  • Hans Offermans

    december 21, 2013

    Mijn grootvader was kantonnier. Hij moest o.a. de paardenpoep van de straten verwijderen.

  • Wim Hollemn

    december 22, 2013

    Henny Geltink. Een Bleeker was een wasasserij bedrijf voor de gegoede fam. uit grote grote steden in b.v.Holland Bij Santpoort-Zuid waren grote bleekerrijen voor fam. uit Amsterdam ,Haarlem ,en Bloemendaal/Overveen,enz.Zij gebruikte door het door het duinzand gevilterde water vermenkte met bleek middelen om het wasgoet op de bleekvelden uit te laten bleken en te drogen Na het bouwen van drinkwaterbedrijven voor deze steden werden de bleekers opgeheven.

  • Wim Timmer

    december 22, 2013

    Ik las wel een reactie van iemand met het woord lompensorteerder, maar vroeger noemden wij dat eenvoudig voddenboer. Dit klinkt mij dan ook veel bekender in de oren.
    Het beroep van mijn vader heette vroeger postbode, maar tegenwoordig is dat wat deftiger uitgedrukt als brievenbesteller.
    Een oom van mijn vrouw haalde de beerputten voor de gemeente leeg. De officiéele benaming is mij niet bekend, maar hij werd in de volksmond oelevanger genoemd.
    Dit even ter aanvulling.

  • Peter van den Braak

    december 24, 2013

    Handzwikker, zwikker en stikmeester.

    Zwikken is het vormgeven en passend maken van het bovenste gedeelte van de schoen (de schacht) op de binnenzool aan de leest, totdat een nauwsluitende vorm bereikt is.
    Een handvol spijkertjes (tacks) werd vanuit de mond aangevoerd en met een “zwiktang” door het bovenleer in de binnenzool gedrukt en geslagen waardoor de tacks omgeklonken werden op de metalen plaat van de leest. De zwiktang was voorzien van een hamertje en de benen van de tang werden gebruikt om het bovenleer te voegen.
    De meeste “handzwikkers” konden ook de eventuele tussenzool, cambreur, ziel en loopzool aanbrengen.

    Het hoofd van de bovenwerkafdeling in een schoenfabriek werd “stikmeester” genoemd.

    Mijn vader (1909-1985) heeft van zijn 12e gewerkt in de schoenindustrie (De Ooievaar Groesbeek, Swift Nijmegen, Hoffman Kleef Dld en Wellen & Co Nijmegen),van “handzwikker” opgeklommen tot hoofd van de bovenwerkafdeling van Wellen & Co. (tot 1500 paar per dag)

    Zie voor zwikmachine en afbeeldingen:

  • Peter van den Braak

    december 24, 2013

    Voor meer informatie betreffende zwikken zie ook:
    (Engels, maar completer)

    Of zoek in google naar Jan Ernst Matzeliger

  • Jan Slootweg

    december 26, 2013

    Een lorrenboer of zo u wilt een lompenboer of voddenboer kocht oude kleren of vodden op. Hij ging daarvoor met een bakfiets of paard en wagen door de straten en riep dan luid voddeh of een andere kreet om zijn aanwezigheid bekend te maken. Als je oude kleren had gaf hij er nog enkele centen per kilo voor. Het ging daarvoor in een speciale zak en dan aan een haak van de unster, een zakkenweeg apparaat dat vervolgens in de hand met zak lompen er aan werd hooggehouden. Een sterke veer die naar gelang het aanhangende gewicht uitrekte en middels een metalen staafje het gewicht globaal aangaf.
    Een lompensorteerder was bij de lorreboer in dienst en in het bijzonder diegene die katoen, wol en zijde kon onderscheiden en dit apart opsloeg. De gesoorteerde vodden werden verkocht voor hergebruik in de papierindustrie enzovoort.

  • Jan Slootweg

    december 26, 2013

    We woonden destijds bij het Rijswijkse Jaagpad, iets buiten Delft. Van 1942 tot 1948 ging ik in Delft naar de lagere school. Heel veel schepen heb ik in die tijd zien verslepen door middel van een zogenoemd jaagtuig. De foto over dit onderwerp geeft dat heel goed De weg naar Delft maakt een flinke bocht bij de haven van de oliefabriek van Calve.
    In deze buitenbocht waren langs het water vertikaal draaiende traliepalen geplaatst waarlangs het jaagtouw werd geleid, om zodoende het vaartuig in de goede richting te laten varen.

    Tot ver in de vijfiger jaren van de vorige eeuw bestond er in Delft een zogenoemde tonnetjesvloot. Deze bestond uit platte dekschuiten waarmee de tonnen vanaf de Schie door de grachten werden vervoerd. Nu ik dit schrijf vraag ik me af waar de drek naar toe ging en wat er verder mee werd gedaan.

  • Wim van den Bos

    januari 1, 2014

    In mijn geboortejaar 1945 woonden mijn ouders in het oude centrum van Lemmer. Ook daar werd de WC emmer opgehaald. In de familie is de uitdrukking “Vrouw Bos, de plee!” van de ophaler altijd blijven hangen.

  • R.Minderman_Grobben

    januari 18, 2016

    Mijn opa kwam uit Lochem
    Zijn meute dat was ik
    Zijn fiets stond altijd in de gang
    Het was een ouwe brik
    Aan zijn voet geen leren schoen
    Nee, mijn opa hij droeg klompen
    En directeur dat was hij niet
    Mijn opa hij sorteerde lompen
    Een kees achter zijn kiezen
    En eierkolen op het vuur
    Ooit zal het weerzien hart’lijk zijn
    Want alles heeft zijn tijd zijn uur.

  • Henk donker

    januari 22, 2016

    Mijn opa hat een waterstokerij in haarlem en later in rotterdam het warme water werd bij deklant gebracht met hondewagens