Oorlog en Bevrijding: alle reden om te zwijgen

Oorlog en Bevrijding: alle reden om te zwijgen

Dit gastblog is geschreven door Nina Lazeron, oprichter van FamilyStory.nl. Hierin beschrijft ze de dilemma’s van vrouwen die een kind kregen van de bezetter in de oorlog, of juist van de bevrijders in 1945. Daarnaast geeft ze tips waar de kinderen en kleinkinderen terecht kunnen die op zoek zijn naar hun vader of grootvader. De foto bovenaan toont de intocht van het Canadese 1e leger in de provincie Utrecht op 7 mei 1945 (bron: Nationaal Archief, CCO)

Kinderen van de bezetter

Vrouwen die in of vlak na de oorlog ongehuwd een kind kregen van de bezetter, of juist van de bevrijders, liepen daar meestal niet mee te koop. Er was in beide gevallen alle reden om te zwijgen over de mogelijke vader van hun kind. Ongehuwde moeders werden gezien als ‘slecht’, een stigma dat ook hun kinderen trof.

Tijdens de oorlogsjaren steeg het aantal ongehuwde moeders in ons land.  Een groot deel van deze stijging betrof vrouwen die een kind van een Duitse man kreeg, of van een sympathisant met de Duitsers. Tijdens de oorlog werden deze kinderen met hun moeder geregistreerd en werd ook de naam van de vader vermeld. De moeders kregen een uitkering. Vooral deze vrouwen hadden het na de bevrijding moeilijk. Niet alleen viel de bescherming weg van de partner en werden deze vrouwen met de nek aangekeken door hun medeburgers, ook stopte de uitkering die zij op last van de bezetter gekregen hadden. Een nieuw huwelijk, of het onderbrengen van je kind bij anderen werd een veel gekozen oplossing. Over de vader werd niet meer gesproken. Voor de vrouwen zelf was deze manier van ‘oplossen’ een traumatische ervaring die hun hele leven doorwerkte. Kinderen die hierover met hun moeder in gesprek gaan krijgen mede hierdoor vaak geen antwoorden.

Wil je toch meer weten, dan is behoedzaamheid belangrijk. De oorlog lijkt voor de generaties van erna ver weg, maar is voor diegenen die het meemaakten vaak nog steeds een open wond. Gesprekken hierover kunnen pijn, angst en schaamte oproepen.

Bronnen en aanknopingspunten

Veel nazaten gaan op zoek omdat zij geruchten hebben opgevangen. Wilde of kon je moeder of grootmoeder er niet over praten, dan biedt informatie uit de omgeving waar je moeder woonde of van familieleden vaak een aanknopingspunt.

Marga:

Ik ben in 1944 geboren. Toen ik drie jaar was trouwde mijn moeder met Hans en kreeg ik nog twee zusjes en een broertje. Met de familie van mijn moeder was geen contact. Hans heeft mij geëcht.  Ik heb altijd gedacht dat hij mijn echte vader was, al trouwden ze pas later.

Toen ik in de jaren zeventig op vakantie was vlak bij het dorp waar mijn moeder opgroeide, nam ik met mijn gezin een kijkje in het dorp. Daar trof ik twee buren die zich mijn moeder herinnerden. Ze vielen stil toen ik haar naam noemde en keken elkaar aan. ‘Dus dan ben jij het oorlogskind van Martha?’ zei de een. Ik voelde me er ongemakkelijk bij. Eenmaal thuis liet het me niet meer los, maar ik wilde mijn moeder er niet mee lastig vallen. Op aandringen van mijn man ben ik teruggegaan naar het dorp. De hele straat bleek te weten wie ik was: de dochter van een Duitse officier. Mijn moeder stierf kort erna. Ik heb er later met Hans over gepraat, hij bleek niets van mijn afkomst te weten, ook naar hem had mijn moeder gezwegen.

Van Duitse vaders is niet veel gearchiveerd omdat de zich terugtrekkende Duitsers veel van de aanwezige dossiers vernietigd hebben. Het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) is ondergebracht in het Nationaal Archief in Den Haag. Daar is vastgelegd welke Nederlanders na de oorlog zijn vervolgd voor collaboratie en oorlogsmisdaden. Vrouwen die in de oorlog een relatie hadden met een Duitser en na de oorlog met de rechtspleging te maken kregen, werden gezien als collaborateurs en staan hierin vermeld. Het archief is tot 2025 niet openbaar toegankelijk, maar je kunt inzage krijgen als je een schriftelijk verzoek indient. Verder heeft het NIOD, het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies in Amsterdam ook een aantal dossiers over door Duitsers verwekte kinderen in bezit. 

Rolf:

Ik ben van 1944. Pas toen ik in militaire dienst ging bleek dat de man die ik altijd vader heb genoemd niet mijn echte vader is. Op mijn geboortebewijs stond bij ‘vader’ niets ingevuld. Mijn moeder kwam na wat doorvragen op de proppen met de naam van mijn echte vader en een foto waarop ze samen stonden. Een knappe man in uniform. Hij kwam uit de buurt van München. Ik was verbijsterd en heb niet verder gevraagd. Pas na haar overlijden ben ik op zoek gegaan. Maar er is in Nederland niets te vinden. Uiteindelijk heb ik de archieven in Berlijn aangeschreven. Mijn echte vader bleek vrij snel na de oorlog overleden te zijn. Hij had nog twee kinderen gekregen, maar die wisten van niets en wilden geen contact. Ik ben wel een keer in een opwelling naar zijn geboorteplaats gereden om rond te kijken, maar het heeft me niets gebracht. De broers en zussen met wie ik opgegroeid ben, beschouw ik als mijn echte familie, en die leven met me mee. Gelukkig had mijn moeder een foto en een naam voor me, ik hoor van lotgenoten dat veel moeders hun geheim mee het graf in nemen. 

Via de Wegwijzer Voor De Oorlogsarchieven, te vinden op archievenwo2.nl kun je zoeken. Kom je niet verder, dan helpt de werkgroep ‘Herkenning’ met je zoektocht, via werkgroepherkenning.nl. Een andere mogelijkheid is het archief in Berlijn: Duitse militairen moesten het melden als ze een kind verwekten in bezet gebied. Zie hiervoor de link dd-wast.de.

Nabij het Limburgse Margraten ligt een Amerikaans militair kerkhof, waar 18.000 Amerikaanse soldaten liggen begraven. (Bron: Nationaal Archief, publiek domein)

Nabij het Limburgse Margraten ligt een Amerikaans militair kerkhof, waar 18.000 Amerikaanse soldaten liggen begraven. (Bron: Nationaal Archief, publiek domein)

Bevrijdingskinderen

Met de bevrijding in 1945 kwamen de geallieerden ons land binnen. Het was feest en er werden onwettige kinderen geboren, soms als de bevrijder alweer terug naar zijn eigen land was. Ook voor deze vrouwen die direct na de oorlog met een kind achterbleven, was het leven hard. Ze hadden geen recht op bijstand of een uitkering en er was woningnood. En de moraal speelde een grote rol.

Sienie: 

Hij heette Johnnie en kwam uit Canada. Een week lang dacht ik dat we voor elkaar bestemd waren. Toen verdween hij uit mijn leven. Mijn vader was een driftige man, thuis werd een hel. Er werd op me ingepraat om het kind te laten adopteren, dan zou het een beter leven krijgen want alles was nog op de bon: voedsel, kleding, er was woningnood. Toen het kind geboren was, keek de buurt me erop aan: je werd veroordeeld om je zondige leven. Als ik de kinderkleertjes gewassen had, hing mijn moeder ze op de veranda tussen twee grote lakens, zodat het minder opviel. Uiteindelijk ben ik bij een vriendin ingetrokken, zij vertelde in de buurt dat mijn man was overleden, toen kreeg ik rust. Ik begrijp dat mijn dochter vragen heeft, maar ik sla dicht als ze erover begint.

Alleenstaande moeders uit die tijd hebben vaak trauma’s opgelopen en zwijgen over hun verleden. Soms bouwden ze een nieuw bestaan op met een andere man, of werden ze gesteund door hun omgeving. Maar het krijgen van een kind zonder echtgenoot bleef een schande. Een deel van de bevrijdingskinderen én een deel van de oorlogskinderen kwam uiteindelijk in weeshuizen terecht.

In Nederland was een Stichting Bevrijdingskinderen actief. In de jaren negentig werd ook in Canada een Veteranenvereniging actief, die op zoek ging naar kinderen van Canadese militairen in Nederland. Van de bevrijders leeft inmiddels vrijwel niemand meer, waardoor de lotgenoten-groepen zijn opgeheven.

Ben je een (klein-)kind van een oorlogsveteraan of van een Duitse militair, dan wordt de mogelijkheid om je familiegegevens te vinden steeds kleiner, omdat degenen die iets wisten over jouw ouders of grootouders vaak niet meer leven. DNA-onderzoek is dan vaak de enige mogelijkheid die overblijft.

Jouw familieverhaal over oorlog en bevrijding

In elk gezin uit Nederland of uit de Nederlandse koloniën worden oorlogsverhalen verteld. Vooral de verhalen over de familieleden die aan de goede kant stonden, of de verhalen van ‘gewone mensen’ -niet goed en niet fout- die de bezetting, de angst, de hongersnood en de bevrijding mee maakten. Het levert verhalen op waarin normen en waarden worden doorgegeven of karakteristieken over gezinsleden tot uiting komen.

Schrijf je je familieverhaal waarin je stuit op de problematiek van de ongehuwde moeders in en vlak na de oorlog, dan sta je voor de moeilijke keuze om te besluiten of je zo’n gegeven opneemt in je verhaal. Is het altijd een geheim gebleven, dan hebben je voorouders er waarschijnlijk een moeilijk en pijnlijk leven door gehad en gehoopt dat het niet boven water zou komen. Maar diezelfde emoties als schaamte en verdriet kunnen in jouw leven een rol gespeeld hebben en kunnen belangrijk zijn om meer over jezelf te leren. Ieder familieverhaal over het verleden werkt door naar het heden.

Klik hier om militaire gegevens te raadplegen op MyHeritage om meer te leren over uw voorouders die in het leger hebben gediend. Militaire documenten geven vaak waardevolle informatie over de dienstplichtige zelf en vaak ook over het gezin.

Over Nina Lazeron

Nina Lazeron is oprichter van FamilyStory.nl. Met haar website en workshops moedigt ze mensen aan om familiegegevens en archiefinformatie uit een stamboom te vertalen naar het schrijven van een familieverhaal.

‘De zoektocht naar mijn familiegeschiedenis begon toen ik mijn oma hoorde vertellen over haar leven, haar jeugd, en hoe zij opgroeide. Alles wat ik wilde weten kon ik vragen en ik merkte dat ze mijn belangstelling fijn vond. Ik ontdekte de kracht van verhalen achter de feiten. Verhalen over de kracht van familie, over de patronen en waarden, de afslagen die genomen zijn, de omstandigheden die in de weg zaten, het geluk wat zich onverwachts aandiende: alles wat er van invloed is geweest en vorm heeft gegeven aan het levensverhaal.’ 

Geïnteresseerden kunnen zich abonneren op haar nieuwsbrief via info@familystory.nl