Gastblog John Boeren over brongebruik: documenteer je bronnen altijd!

Gastblog John Boeren over brongebruik: documenteer je bronnen altijd!

John Boeren uit Tilburg is al 30 jaar actief in de genealogie. Met zijn eigen bedrijf Antecedentia ondersteunt hij derden met het uitzoeken van hun stamboom (lees meer). Voor MyHeritage verzorgt hij een serie blogs over het gebruik van bronnen. Hierin gaat John in op vragen als: Wat is belangrijk aan het gebruik van bronnen? Hoe kan ik de bron zelf, of de informatie in die bron beoordelen?

In mijn vorige blog sprak ik over het indelen van bronnen. Er is de indeling die veel historici hanteren: zij maken een onderscheid tussen primaire en secundaire bronnen. In de Amerikaanse literatuur is de laatste jaren een driedeling gangbaar: originele bronnen (original sources), afgeleide bronnen (derivative sources) en bronnen met een auteur (authored sources). Welke indeling je zelf ook gebruikt, belangrijk is dat je altijd aangeeft waar je de informatie gevonden hebt. Over het documenteren van je bronnen gaat deze blog.

Ik hoop eigenlijk dat iedere genealoog zegt: “Bronnen documenteren? Dat doe ik altijd!” Dat zou mooi zijn. Maar ik weet uit eigen ervaring dat dat lang niet altijd zo is. Laat ik eerlijk zijn: ik heb dat in mijn genealogische verleden ook niet altijd gedaan. Ja, als ik een artikel publiceerde in een genealogisch tijdschrift of in een jaarboek van een heemkundekring, dan vermeldde ik altijd netjes mijn bronnen. Dat deed ik in veel gevallen niet, als ik de informatie over een van mijn voorouders verwerkte in mijn eigen database. De naam, de plaats, de datum, de aanvullende informatie… daar was ik zo op gericht, dat ik niet opschreef waar ik al die gegevens vandaag had gehaald. Achteraf was ik daar niet zo blij mee. Ik kon dan weer allerlei documenten nakijken, waar dat ene stukje informatie ook weer stond.

Waarom bronnen vermelden?

Diverse keren heb ik publicaties gezien met daarin hele interessante feiten, helaas zonder bronvermeldingen. Als je oudere boeken of tijdschriften leest, gebeurt het vaker dat geen enkele bron genoemd wordt. Het feit staat er gewoon: alsof de auteur het zelf bedacht heeft. Dat is bij historisch onderzoek – hopelijk – niet het geval. Maar meteen komt de vraag op: “Waar heeft de auteur dit gevonden, of gelezen?” En die vraag blijft dan onbeantwoord.

Collectie: Nationaal Archief (fotograaf onbekend)

Collectie: Nationaal Archief (fotograaf onbekend)

Hetzelfde kan gebeuren met jouw publicatie. Stel je hebt jarenlang gewerkt aan je kwartierstaat en je hebt van tien generaties alle voorouders in beeld gebracht. Je weet veel meer over hen dan alleen de kale feiten. Je hebt personen teruggevonden in gevangenisregisters, in belastinglijsten, in het kadaster, in testamenten en in brieven van de burgemeester. Het is je gelukt een ware familiegeschiedenis samen te stellen. Dat is natuurlijk een geweldige prestatie en daarom wil je iedereen laten zien van wie je allemaal afstamt. Er zijn een paar mogelijkheden om je resultaten te delen: je kunt een artikel voor een genealogisch of heemkundig tijdschrift schrijven, je kunt in eigen beheer een boek(je) maken, je kunt een domeinnaam aanvragen en je eigen website opzetten of je kunt de informatie plaatsen op een genealogische website, zoals bijvoorbeeld MyHeritage.

Dankzij de kracht van het internet komt die publicatie – in welke vorm dan ook – onder de aandacht van vele andere genealogisch geïnteresseerden. Zij lezen de beschrijvingen van al je voorouders, zijn dolenthousiast en willen weten waar ze deze mooie feiten kunnen vinden. Als je dan je bronnen niet noemt, zal de lezer hevig teleurgesteld zijn. Hij of zij is niet in staat om dezelfde gegevens te vinden, die jij in je publicatie noemt. Los van de teleurstelling zal een kritische genealoog ook meteen denken: “Als ik geen bronnen kan raadplegen, welke waarde moet ik dan toekennen aan deze publicatie?”. Met andere woorden: “Is deze publicatie wel betrouwbaar?”

Dat is dus een tweede reden om altijd je bronnen te vermelden: je laat anderen zien dat je onderzoek degelijk en betrouwbaar is. In beide situaties gaat het om een ander, die jouw gegevens onder ogen krijgt. Maar bronvermeldingen zijn ook voor jezelf erg belangrijk. Wie heeft niet in de situatie gezeten dat je na enkele jaren denkt: “Ik heb dit ooit zo opgeschreven, maar waar komt het eigenlijk vandaan?”. Je wilt dan weten welke bronnen je in het verleden bekeken hebt en welk stukje informatie uit welke bron komt. Zonder een deugdelijke vermelding kun je eigenlijk weer opnieuw beginnen.

Kortom: vermeld je bronnen voor jezelf en voor anderen. Het helpt enerzijds om bronnen terug te vinden, door jezelf en door andere geïnteresseerden. Het helpt om de gevonden informatie te beoordelen. Het maakt je onderzoek meer betrouwbaar.

Elementen

Het is duidelijk dat een goed genealoog altijd zijn bronnen vermeldt. Maar hoe doe je dat? Uit welke elementen bestaat een goede bronvermelding? Het uitgangspunt is dat je voldoende informatie aan de lezer geeft, zodat die zelf de bron eenvoudig kan terugvinden. Dat betekent dat je een krantenartikel op een andere manier ‘beschrijft’ dan bijvoorbeeld een boek, een origineel archiefstuk of een genealogische database op het internet.

Er zijn veel verschillende stijlen, die gebruikt worden binnen diverse wetenschappelijke disciplines. De website van de Universiteit van Tilburg vermeldt deze stijlen en geeft kort aan wat de verschillen zijn en hoe een bronvermelding volgens die stijl er uitziet.

  • APA stijl: psychologie en verwante disciplines;
  • Chicago stijl: geesteswetenschappen;
  • Harvard stijl: economie;
  • Vancouver stijl: (bio)medische wetenschappen;
  • Leidraad juridische auteurs: Nederlandstalige juridische teksten;
  • OSCOLA (Oxford Standard for Citation of Legal Authorities): rechtswetenschappen.

Belangrijk is dat je bij een bronvermelding de juiste elementen noemt. Belangrijk zijn in ieder geval de vijf volgende onderdelen:

  • WIE heeft de bron gecreëerd? Hier noem je bijvoorbeeld de auteur van een boek of een artikel. Het hoeft niet altijd een persoon te zijn, maar het kan ook de naam van een organisatie(onderdeel) of functie zijn. Bijvoorbeeld gemeente X, de rooms-katholieke parochie Y, de burgemeester van Z, et cetera.
  • WAT voor bron is het? Hier noem je de titel van de bron, bijvoorbeeld van het tijdschriftartikel of van het boek. Heeft de bron geen eigen titel, geef dan een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving. Bedenk ook dat je pagina’s van een website kunt zien als hoofdstukken van een boek.
  • WAAR is de bron uitgegeven? Boeken en tijdschriften worden op de markt gebracht door een uitgever. Vermeld naam en plaats van de uitgever. Als het een archiefstuk betreft, is er geen sprake van een uitgever. Dan geef je een datering van het stuk.
  • WANNEER is de bron tot de stand gekomen? Geef een zo nauwkeurig mogelijke datering van het archiefstuk, het artikel of het boek. Geef bij internet pagina’s ook aan wanneer je de informatie op de betreffende website hebt gevonden. Het zou zo maar kunnen zijn dat die tekst enkele maanden of jaren later niet meer op het internet staat.
  • WAAR (en hoe) is de bron te vinden? Noem bijvoorbeeld paginanummers, volgnummers, archiefnummers, inventarisnummers. Maar geef ook aan bij welke archiefdienst het stuk te vinden is, of van welk archief het document deel uitmaakt.

Zorg ervoor dat je je bronvermeldingen consequent op dezelfde manier opbouwt. Plaats de elementen in dezelfde volgorde, zodat de lezer begrijpt welk deel je met welke omschrijving bedoelt. En gebruikt voor ieder onderdeel de juiste ‘vormgeving’. Bijvoorbeeld: de titel van een artikel tussen aanhalingstekens, de titel van een boek cursief. Hoe je dat precies doet, is afhankelijk van de stijl die je gebruikt.

Het schrijven van een goede bronvermelding vergt dus redelijk wat inspanning. Haast niemand vindt het een leuke bezigheid. Houd echter in gedachten dat het maar eenmalig moeite kost om die bronvermelding te maken, daarna heb je er zelf en hebben anderen er keer op keer weer gemak van.

Verder lezen

Wil je meer weten over het gebruik van bronnen bij genealogisch onderzoek? Een handig, kort overzicht staat op de website van het Centraal Bureau voor Genealogie. ‘De bronverantwoording’ is de derde pijler van de ‘Zeven Pijlers van de Genealogie’. Bob Coret schreef al in 2009 over het belang van bronvermeldingen. Zijn blog ‘Bronvermelding hoort tot de grondregels van de genealogiebeoefening’ is nog even actueel als acht jaar geleden. Hiervoor sprak ik over het Amerikaanse standaardwerk voor bronvermeldingen bij genealogisch onderzoek, dat Elizabeth Shown Mills geschreven heeft. Vooral de eerste twee hoofdstukken van haar boek ‘Evidence Explained’ laten de lezer nadenken over de basis van bronvermeldingen. De daarop volgende hoofdstukken geven talloze voorbeelden van bronnen, met telkens voorbeelden van source citations.

Neem eens een kijkje op de websites die ik hiervoor genoemd heb. Laat dan eens weten hoe je zelf omgaat met bronvermeldingen. Heb je wel eens interessante publicaties gevonden, zonder bronvermeldingen? Schrijf je zelf altijd op waar je informatie over je familieleden hebt gevonden? Gebruik je daarvoor een standaardstijl? Heb je je eigen stijl ontwikkeld? Ik ben benieuwd naar de antwoorden!